Test
Onze conclusies
In het coalitieakkoord van het kabinet-Rutte IV is extra geld vrijgemaakt voor grote thema’s in het
onderwijs zoals ‘versterken onderwijskwaliteit’, ‘leraren/schoolleiders’ en ‘kansengelijkheid’. Voor het
versterken van de onderwijskwaliteit heeft het kabinet jaarlijks € 1 miljard uitgetrokken. Ongeveer twee
derde daarvan heeft de minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs (PVO) bestemd voor het Masterplan
basisvaardigheden.
Concrete doelen Masterplan basisvaardigheden
voor de komende 5 jaar
Leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs
presteren steeds slechter in basisvaardigheden
zoals lezen, schrijven en rekenen. Met het
Masterplan basisvaardigheden wil de minister
voor PVO dit verbeteren. De minister heeft
concrete doelen voor de komende 5 jaar
opgesteld en volgt de voortgang en de resultaten.
Hiermee geeft de minister gehoor aan
onze eerdere aanbevelingen bij het Nationaal
Programma Onderwijs, toen zij ook extra geld
uitgaf om leerachterstanden weg te werken.
Het formuleren van concrete doelen voor het
Masterplan is een eerste stap, maar het is nog
te vroeg om vast te stellen wat de resultaten
zijn. Het is belangrijk dat de minister haar
aanpak doorzet om over 5 jaar te kunnen
beoordelen of deze grote investering in het
onderwijs de prestaties van leerlingen heeft
verbeterd.
Aanpak misbruik en oneigenlijk
gebruik van de subsidieregeling basisvaardigheden
voldoet
Meer dan twee derde van het geld uit het
Masterplan wordt uitgegeven aan de subsidieregeling
Verbetering basisvaardigheden. We
onderzochten of er goed gekeken wordt naar
de risico’s op misbruik en oneigenlijk gebruik
van deze regeling, en of er controle is voordat
de minister de subsidie vaststelt. Bij de
subsidieregeling
Verbetering basisvaardigheden
gaat dit goed, bij andere onderwijs-subsidieregelingen
is dit niet altijd het geval.
Nieuwkomersonderwijs is kwetsbaar
bij hoge instroom
In 2023 heeft de minister voor PVO ook
meer geld uitgegeven aan het voortgezet
nieuwkomersonderwijs.
Het is deels besteed
aan leerlingenvervoer en schoolgebouwen,
nodig door de toestroom van Oekraïense
vluchtelingen. Maar er is ook meer geld
naar nieuwkomersonderwijs
gegaan omdat
er sowieso meer nieuwkomers waren. Positief
is dat, ondanks het feit dat er snel crisismaatregelen
moesten worden genomen en de
instroom bleef toenemen, het overgrote deel
van de nieuwkomers
toegang heeft tot
onderwijs. Maar bij een hoge instroom van
nieuwkomers krijgen niet alle leerlingen toegang
tot onderwijs. April 2023 hadden circa
2.000 leerlingen geen toegang tot onderwijs.
Eind 2023 kregen circa 30.000 leerlingen
nieuwkomersonderwijs. En de kwaliteit van
het onderwijs wordt ook minder. Daardoor
stromen nieuwkomersleerlingen niet altijd
goed voorbereid door naar gewoon onderwijs.
De huidige opzet van het onderwijs werkt
bovendien niet goed voor analfabeten en
nieuwkomers die veel moeten verhuizen.
Zij lopen risico dat ze minder goed voorbereid
moeten doorstromen. De minister weet welke
knelpunten er zijn in het voortgezet nieuwkomersonderwijs,
maar heeft nog niet voor
alles een oplossing. Daarom beoordelen we
het gevoerde beleid als matig.